Beroepsopleiding GB
De beroepsopleiding Geestelijk Begeleider (GB) bestaat uit een programma van hoor- en werkcolleges (modules). Elk van deze modules wordt afgesloten d.m.v. een tentamen, een presentatie of andere toetsvorm. Het laatste jaar wordt afgesloten met een praktijkstage en een eindscriptie.
Vakgebieden beroepsopleiding GB
De beroepsopleiding Geestelijk Begeleider kent de volgende vakgebieden:
Praktijk geestelijke begeleiding
Tijdens deze praktische modules wordt een aantal modellen aangereikt voor geestelijke begeleiding. Men leert deskundig en professioneel omgaan met het levensverhaal en de levensproblemen van mensen. Daarvoor worden verschillende zin-/zorgmodellen uitgewerkt, o.a. dat van de logotherapie van Victor Frankl. Er wordt geoefend aan de hand van het eigen levensverhaal en materiaal ontworpen om in de eigen beroepspraktijk van geestelijke begeleiding te kunnen gebruiken.
Visies op geestelijke begeleiding
De grote wereldreligies en religieuze stromingen hebben elk verschillende visies op leven en dood en de existentiële zingevingsvragen die mensen bezig houden. Deze modules bieden kennis en inzicht in die verschillende benaderingen, met name de manier waarop men in de verschillende tradities de geestelijke begeleiding van mensen heeft ingericht. Ook wordt aandacht besteed aan enkele kenmerkende Nederlandse niet-religieuze visies op geestelijke hulpverlening.
Psychopathologie en verlieservaring
De student krijgt inzicht in kenmerken en diagnostiek van psychische stoornissen. Ook wordt aandacht besteed aan psychosociale aspecten van ouderdom, verlies en rouw.
Transpersoonlijke en parapsychologie
Transpersoonlijke psychologie is het onderzoeken van ervaringen van verbondenheid en verwevenheid tussen personen, tussen mens en natuur en tussen mens en kosmos. Sommige van deze verschijnselen lijken in strijd met een gevestigd wereldbeeld en worden daarom paranormaal genoemd. Onbegrepen verschijnselen kunnen tot psychische nood leiden (spiritual emergency). Aan de orde komen ook de spirituele kanten van de bijna-doodervaring, Jungiaanse psychologie, psychosynthese en humanistische psychologie.
Gezondheidsrecht
De student neemt kennis van de ethische/juridische uitgangspunten, wetten en regelingen die de relatie met de cliënt transparanter maken en tegelijkertijd structuur en richting geven aan het hulpverleningsproces.
Organisatie van de zorg
Deze module behandelt de organisatie van de zorg in Nederland en de samenhang tussen reguliere en complementaire zorg. Ook de karakteristieken van de diverse beroepsgroepen komen aan de orde. De student wordt gevraagd te reflecteren op de eigen positie als hulpverlener en een persoonlijk beroepsprofiel te ontwikkelen.
Gespreksvoering
Goede persoonlijke gespreksvoering of counseling is een belangrijk aspect van het vak van een geestelijk begeleider. Verschillende vormen en methodes van gespreksvoering komen hier aan de orde en er wordt dieper ingegaan op een cliëntgerichte houding en een zingevingsgerichte benadering.
Rituele vormgeving
Een geestelijk begeleider is ook als ritueelbegeleider een belangrijke intermediair. Dit vergt niet alleen goede gesprekstechnieken, maar soms ook verbeeldingstechnieken. Tijdens deze module leert de student de voorwaarden voor ritueelbegeleiding en er wordt geoefend met persoonlijke en collectieve symbool- en verhaalelementen die deel uitmaken van een ritueel. Aan de hand hiervan is men in staat een eigentijds ritueel vorm te geven of te helpen vormgeven.
Beroepsvoorbereidende vakken
Leertrajectbegeleiding
De student werkt aan een groeiende bewustwording van de eigen persoonlijke en religieuze/spirituele ontwikkeling, en leert deze te begrijpen en te hanteren om een verantwoorde authentieke beroepsidentiteit te ontwikkelen.
Supervisie en intervisie
Methodisch stilstaan bij de eigen praktijk – denken, voelen en handelen – draagt bij tot de ontwikkeling als professional. De student brengt eigen praktijkervaring in en leert op basis van reflectie en de feedback van anderen.
Stages
In de loop van het derde jaar begint de student met een uitgebreide praktijkstage om kennis te maken met verschillende handelingsgebieden van het werkveld en om het geleerde in praktijk te brengen.
Eindscriptie en onderzoek
De eindscriptie bestaat ofwel uit een onderzoek naar aanleiding van de stage, ofwel een zelfstandige scriptie op het vlak van een van de terreinen van de opleiding. De student laat zien zelfstandig een (empirisch of literatuur)onderzoek uit te kunnen voeren en daarover een samenhangend verslag te kunnen schrijven.
Instroomprogramma
De opleiding tot Geestelijk Begeleider is in combinatie met de basisopleiding Spiritualiteit & Zingeving (SZ) én de beroepsopleiding Verlies-, Rouw- & Stervensbegeleiding (VRSb) erkend door de Stichting Kwaliteitsregister Geestelijk Verzorgers (SKGV). Bij de overgang van de opleiding VRSb naar de opleiding tot Geestelijk Begeleider – en bij een rechtstreekse toelating hiertoe – wordt bij elke student gekeken of hij of zij aan de toelatingseisen voldoet. Is dat niet het geval, dan kan een instroomprogramma worden gevolgd. Het doel van het instroomprogramma is om te garanderen dat de student voldoende kennis heeft van levensbeschouwelijke, religieuze en spirituele bronnen en tradities.
Studiebegeleiding
Opnieuw een studie oppakken naast je baan, vrijwilligerswerk en/of je gezin vraagt om een goede inpassing in de (werk)week. Vanuit de Academie voor Geesteswetenschappen krijg je daarbij ondersteuning.
De studiecoördinatoren, in samenwerking met andere docenten, begeleiden je in het studeren en de persoonlijke en professionele ontwikkeling die daardoor ontstaat. Naast de inhoudelijke modules wordt ook de benodigde tijd ingeruimd voor leertrajectbegeleiding, supervisie, intervisie, stage en stagebegeleiding.
Studiecoördinator
Een geestelijk begeleider is iemand die begeleiding biedt bij levens- en zingevingsvragen. Daarbij gaat het om de ‘trage vragen’ van het leven: Wie ben ik ten diepste? Waar kom ik vandaan? In welk groter verhaal voel ik mij thuis? Wat vraagt het leven van mij? Het zijn vragen die in ieder mensenleven spelen, maar die zich indringender aandienen als mensen te maken krijgen met heftige gebeurtenissen, die een keerpunt in hun leven kunnen vormen: ongeneeslijke ziekte, scheiding, verlies van werk of geliefden, naderend levenseinde. Als geestelijk begeleider kun je mensen bijstaan door diepere lagen in het verhaal te horen, met je aanwezigheid ruimte en licht te creëren en samen bronnen van zin en betekenis op te diepen.
Er zijn talloze situaties, doelgroepen of momenten te bedenken waarbij geestelijke begeleiding wenselijk of noodzakelijk is. In Nederland is het beroep van de levensbeschouwelijk ongebonden Geestelijk Begeleider relatief jong. Dat betekent dat we deels pioniers zijn in ons werkveld. De erkenning door de SKGV geeft ons vertrouwen dat we op de goede weg zijn, maar ook dat we nog veel kansen met elkaar kunnen oppakken. Hoe jij dit persoonlijk en beroepsmatig vorm gaat geven na je studie hangt ook af van je specifieke competenties en je authentieke persoonlijke bestemming in dit leven.
Als studiecoördinator ondersteun ik je en daag je graag uit in dit bewustzijnsproces zodat je jezelf, vanuit je eigen levenservaring en biografie, kunt ontwikkelen tot een authentiek geestelijk begeleider.
Lydia Meiling
Studiecoördinator en docent Geestelijk Begeleider
Kennis & Vaardigheden
Tijdens de beroepsopleiding Geestelijk Begeleider werk je aan de ontwikkeling van theologische, spirituele, psychologische en therapeutische deskundigheid om iemand te begeleiden in zijn of haar relatie tot levensvragen, ziekte en dood en keuzes bij ingrijpende gebeurtenissen. Tevens krijg je kennis en begrippen aangereikt om modellen van geestelijke begeleiding toe te passen in (individuele) cliëntbegeleiding. Daarnaast schenken we aandacht aan de oriëntatie in medisch-ethische discussies, theorieën rondom dilemma’s in de gezondheidszorg en vraagstellingen rondom het levenseinde.
Studieopzet en tentamens
Op de Academie volg je een modulair onderwijsaanbod van steeds vier avonden of vijf zaterdagen met hoor- en werkcolleges over één onderwerp. Daarnaast wordt de nodige thuisstudie van je gevraagd. Thuisstudie is een belangrijk onderdeel van het leerproces en van het maken van tentamens.
Alle modules worden afgesloten met een tentamen, meestal in de vorm van een take-home tentamen. Een take-home tentamen is een persoonlijke verwerking van de lesstof. Tijdens dit gedeelte van het leerproces kan het behulpzaam zijn om met een medestudent van gedachten te wisselen over de inhoud van je tentamen. Deze vorm van uitwisseling stimuleert het wederzijdse leren. Ook maak je jaarlijks een portfolio als afronding van de studie- of leertrajectbegeleiding.
In de regel krijg je zes weken de tijd om een tentamen te maken. De docent krijgt ook zes weken de tijd om tentamens na te kijken. Tentamens zijn tien jaar geldig.
Studieklimaat
Het studieklimaat binnen de Academie kenmerkt zich door een respectvolle openheid en dialoog en is een afspiegeling van het onderwijs dat niet aan één religie of levensbeschouwing gebonden is. Ons studieklimaat wordt eerder gekenmerkt door een onderzoekende houding dan het vinden van onvoorwaardelijke antwoorden op de grote vragen van het leven. Studenten leren niet alleen van de docent maar ook van medestudenten. Door met een open hart van én met elkaar te leren, ontstaan er hechte jaargroepen met studenten die elkaar ondersteunen en verrijken tijdens de opleiding. Veel studenten ervaren de onderlinge verbinding als thuiskomen bij gelijkgestemden.
De Academie heeft een protocol voor grensoverschrijdend gedrag en een externe vertrouwenspersoon.
Leerdoelen & eindtermen
Na het volgen van de opleiding Geestelijk Begeleider beschikken studenten over de volgende deskundigheden en vaardigheden:
- Zelfstandig en onbevangen vanuit een breed kennisperspectief kunnen nadenken over zingevingsvragen, spiritualiteit en transcendentie; in staat tot reflecteren op eigen gedrag, denken en gevoelens;
- Zelfstandig en geïnspireerd de weg kunnen vinden in sociaal wetenschappelijke, (para)psychologische en natuurwetenschappelijke paradigma’s met betrekking tot zingevingsvragen;
- Onbevooroordeeld maar ook kritisch kennis kunnen nemen van inzichten over bijzondere bewustzijnstoestanden, buitenzintuigelijke waarneming, meditatiemethoden en andere ingangen tot transcendentie of spiritueel inzicht;
- Zodanige psychologische, medisch-biologische en sociaal wetenschappelijke kennis dat ze in staat zijn zelfstandig een hulpverleningsrelatie aan te gaan, waarbij ze de eigen mogelijkheden en beperkingen verantwoord kunnen inschatten;
- Voldoende psychologische en communicatieve vaardigheden om met methodische gespreksvoering cliënten verantwoord en effectief te begeleiden en te ondersteunen bij de omgang met zingevingsproblematiek en spirituele ontwikkeling;
- Voldoende inzicht in de sociologische, psychologische, psychiatrische, juridisch-ethische en organisatorische aspecten van een hulpverleningsrelatie om zich op verantwoorde wijze professioneel te kunnen positioneren in het zorgsysteem en om de complexe problematiek te kunnen onderkennen en effectief door te kunnen verwijzen;
- Dusdanige beheersing van inzicht en vaardigheden zoals hierboven omschreven, dat daarin ook de psychosociale basiskennis is geïntegreerd, zoals die vereist is door relevante beroepsverenigingen en externe instanties voor accreditatie van dit type beroepsopleiding.
Arbeidsmarktperspectieven
Geestelijk begeleiders zijn werkzaam in ziekenhuizen, verpleeghuizen, psychiatrische instellingen, verzorgingshuizen, vormingscentra of andere instellingen voor (geestelijke) gezondheidszorg. Daarnaast zijn mogelijke werkvelden het justitiepastoraat, politie en defensie. De thuiszorg (via Centra voor Levensvragen) en het voeren van een eigen praktijk behoren ook tot de mogelijkheden.