fbpx

Aanmelden Masterclasses

Meer info

‘Theeïsme’ – een esthetische en ethische religie

‘Theeïsme’ – een esthetische en ethische religie

Over de kunst van in de wereld zijn


Door Paul Delfgaauw

Een van de boeiendste figuren uit de intellectuele geschiedenis van het negentiende-eeuwse Japan is de geleerde en kunstcriticus Kakuzo Okakura (1862-1913). Zijn bekendste werk is Hét boek van de thee. In dit klassieke essay, met thee als symbool voor de Aziatische cultuur, slaat hij een brug tussen het Oosten en het Westen. Al meer dan een eeuw vormt het een uiterst fijnzinnige introductie tot de Aziatische levenskunst en filosofie.

Als je Hét boek van de thee leest valt direct op dat Okakura vooral over schoonheid (in de ziel) spreekt. Over levenskunst, de kunst van het denken en de kunst van hoe in het leven te staan. Het boek gaat over thee – dat oorspronkelijk als medicijn werd toegepast en later pas geleidelijk een drank werd – en de theeceremonie in relatie met esthetiek: zuiverheid, harmonie en respect. In een andere vertaling wordt zelfs gesproken over ‘de kunst van thee’ want in de vijftiende eeuw in Japan was het verheven tot een esthetische en ethische religie, het ‘theeïsme’.

Taoïsme in vermomming

Volgens Okakura vertoont het ritueel van het serveren van thee nauwe banden met het taoïsme en zen – hij ziet de theeceremonie zelfs als ‘taoïsme in vermomming’, een ‘eredienst voor het Onvolmaakte, een liefdevolle poging het mogelijke tot stand te brengen in het onmogelijk iets dat wij als leven kennen’. Tijdens de ceremonie komt ‘via de vloeibare amber in het ivoren porselein de ingewijde in aanraking (…) met de zoete terughoudendheid van Confucius, het opwekkende van Lao Tsu en het hemelse aroma van Sakyamuni (Boeddha)’.

Okakura ziet de theeceremonie zelfs als ‘taoïsme in vermomming’.

De belangrijkste verdienste van het taoïsme ligt dus op het gebied van de schoonheidsleer, vindt hij, de leer van de ‘kunst van in de wereld zijn’. ‘Het taoïsme aanvaardt de wereld zoals die is en probeert, dit in tegenstelling tot het confucianisme en boeddhisme, schoonheid in onze wereld van smart en zorgen te vinden.’ De kunst van het in de wereld zijn vind je ook weer terug in zen. Hierin, aldus Okakura, wordt erkend dat het aardse van even groot belang is als het spirituele. Ook in het zenboeddhisme wordt, aldus Okakura, erkend dat het aardse van even groot belang is als het spirituele. Tao levert de basis voor de esthetische idealen. Deze worden praktisch dankzij zen. Een mooie uitspraak van Okakura is die over de Leegte: ‘Wie van zichzelf een leegte weet te maken waarin anderen vrij binnen kunnen treden, kan meester over iedere situatie worden. Het geheel weet altijd over het deel te heersen.’

Theeceremonie

De esthetiek van het theeïsme gaat niet alleen over het theeritueel zelf maar bijvoorbeeld ook over de kamer waarin thee gedronken wordt, de theekamer, waaraan Okakura een apart hoofdstuk wijdt. Die kamer dient een verfijnde schoonheid uit te stralen. Bloemen en schilderijen spelen er een belangrijke rol maar mogen elkaar niet in weg staan. Alleen als het passend is, esthetisch verantwoord, kan een schilderij samengaan met een kunstzinnig geschikte bloemenpracht of één bloem. Ook een beeldhouwwerk kan passend zijn.

Theemeesters

De verantwoordelijken voor de theeceremonie zijn de theemeesters. Zij stelden hoge eisen aan de theekamer. Belangrijk voor hen was dat onder alle omstandigheden de gemoedsrust werd bewaard en gesprekken zo gevoerd werden dat zij de harmonie van de omgeving niet verstoorden.

De theemeesters hebben daarnaast ook bijgedragen aan de kunst, niet alleen door hun interieurdecoraties en architectuur, de fabricage van gebruiksvoorwerpen (keramiek) voor de theeceremonie, schilder- en lakkunst, maar bijvoorbeeld de vormgeving van veel beroemde tuinen in Japan. Daarnaast bleken ze ook meesters op andere gebieden, zoals het regelen van huishoudelijke zaakjes, het verfijnen en opdienen van gerechten, het dragen van de juiste gewaden, onderwijs in de juiste geest om bloemen te benaderen. Vooral ook hebben zij ‘de nadruk gelegd op onze aangeboren liefde voor het eenvoudige en ons de schoonheid van de nederigheid laten zien’.

De thee(kamer), bloemen en ook andere vormen van kunst: als westerling zou je kunnen denken dat ze ondergeschikt zijn aan de filosofie. Maar niets is minder waar; taoïsme, confucianisme en zen zijn er juist nauw mee verweven. Okakura hoopt dat de westerling zich gaat verdiepen ‘in het taoïsme, zenboeddhisme, de kunst van het bloemschikken en het waarderen van esthetische zaken’. Hét boek van de thee, dat fijntjes geurt naar ‘theeïsme’, is daartoe een warme en al even esthetische uitnodiging.

Hét boek van de thee | Kakuzo Okakura | 1906 | uit het Engels vertaald door Hans Dütting | 2012 | uitgeverij Aspekt

Een andere Nederlandse vertaling heeft als ondertitel Geschiedenis & ceremonie – theeïsme, de kunst van de thee (2015). Deze versie is uit het Engels vertaald door Alfred Scheepers en Daniël Mok en uitgegeven door Abraxas Zuider-Amstel.