fbpx

Aanmelden Masterclasses

Meer info

Mini-podcast Filosofie in 5 minuten: Een persoon met een brede denkwijze (deel 3)

Mini-podcast Filosofie in 5 minuten: Een persoon met een brede denkwijze (deel 3)

Door docent Filosofie Heleen Torringa

Wie kritisch is neemt niet alles voor waar aan. Maar een ware kritische denker reflecteert vanuit een algemeen standpunt op zijn eigen oordeel. Dat is de les van Immanuel Kant.

 

Muziek: Adriano & Paulina

 

Veel mensen vinden zichzelf kritisch. Ze zijn kritisch over de uitspraken van anderen. Ze zijn kritisch over het gebrek aan leiderschap in de stikstofcrisis. Of kritisch over het boerenprotest tegen de aanpak van de stikstofcrisis. Is dat kritisch? Dat je kritiek hebt op opvattingen, handelswijzen of (voorgenomen) besluiten? Dat je het oneens bent met iets? Veel mensen zeggen dat kritisch denken niet gelijk staat aan kritiek leveren. Maar ga je met ze in gesprek, dan leveren ze kritiek. En vinden zichzelf dan kritisch… Maar wat is kritisch?

Het woord kritisch is niet afgeleid van het woord “kritiek”. Het is afgeleid van het woord “beslissen” en is verbonden met de woorden “oordelen” en “onderscheiden”. Voor mij wijst deze etymologische oorsprong van het bijvoeglijke naamwoord “kritisch” op iets wezenlijks. Namelijk dat kritisch denken meer van doen heeft met het vormen van je eigen standpunt dan met het kritiseren van andermans standpunt. Het één sluit het ander natuurlijk niet uit. Maar er zit verschil tussen je standpunt met afstand vormen en het betrokken kritiseren van andermans standpunt.

Van filosoof Immanuel Kant uit de 18e eeuw heb ik iets belangrijks geleerd. In 1790 beschrijft Kant het oordeelsvermogen. Een persoon met een brede denkwijze, betoogt Kant, is iemand die over subjectieve aspecten van het oordeel heen kan stappen. Door zich in het standpunt van anderen te verplaatsen, reflecteert hij vanuit een algemeen standpunt op zijn eigen oordeel.

Hoe ziet die brede denkwijze er bijvoorbeeld op een werkvloer uit? Stel je voor dat je een standpunt probeert te vormen over de vraag of het goed is dat niet langer leidinggevenden werk gaan beoordelen, maar collega’s onderling. Hoe kun je daarover kritisch nadenken? Ik leg je hieronder een aantal vragen voor. Vragen die je jezelf kunt stellen.

  1. Wat houdt het voorstel over de nieuwe manier van beoordelen precies in? Geef dit voorstel zo objectief mogelijk weer. Oordeel niet.
  2. Wat is de boodschap van voorstanders van de nieuwe manier van beoordelen? Hoe willen zij dat jij het ziet? Zie de boodschap als de gecommuniceerde manier waarop een uitspraak opgevat moet worden door een ontvanger, volgens de zender. Maak onderscheid tussen de inhoud van het voorstel en de boodschap die een voorstander van het voorstel overbrengt. 
  3. Reflecteer op de boodschap, zoals jij die begrijpt. Is de boodschap dat ‘het nieuwe beoordelen’ onderdeel is van zelforganisatie wat tot een grotere autonomie van teams moet leiden? Stel jezelf daarover dan kritische vragen. In hoeverre past het voorstel binnen zelforganisatie? Draagt elkaars werk beoordelen als collega’s bij aan een grotere autonomie van teams?
  4. Verken verschillende standpunten van zoveel mogelijk collega’s. En wat is hun antwoord op de vraag hoe voorstanders van het voorstel willen dat jij het één en ander ziet?
  5. Reflecteer vanuit het brede standpunt van allerlei collega’s op je eigen eerste oordeel. Al reflecterende op dat algemene perspectief kom je tot een standpunt.

Kortom: oordeel lange tijd niet. Maak onderscheid tussen inhoud en boodschap. Denk breed. Beslis.

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres wordt niet weergegeven.