fbpx

Meld je aan voor een opleiding

Aanmelden

Mini-podcast: Filosofie in 5 minuten: Morele hypocrisie en het effect van spiegels (deel 6 – slot)

Mini-podcast: Filosofie in 5 minuten: Morele hypocrisie en het effect van spiegels (deel 6 – slot)

Door docent Filosofie Heleen Torringa

Soms doen we ons beter voor dan we zijn ten opzichte van anderen. En ten opzichte van onszelf. Totdat we onszelf in een fysieke spiegel aankijken. Dan vervalt zelfbedrog. Wat benadruk jij? Morele hypocrisie? Of ‘spiegels’ die onze hypocrisie weer opheffen?

Muziek: Adriano & Paulina

Er is een verschil tussen moreel juist willen overkomen en moreel juist willen zijn. Moreel juist willen overkomen, zonder oprechte morele intentie, wordt wel morele hypocrisie genoemd. Je lijkt moreel oké, maar dat ben je niet. Moreel goed willen zijn wordt wel aangeduid met het begrip morele integriteit. We blijken niet alleen goed te willen overkomen op anderen, maar ook op onszelf, zonder daadwerkelijk ‘goed te doen’. Totdat we onszelf in een fysieke spiegel aankijken. Dan neemt zelfbedrog drastisch af. Welke conclusie over mensen valt daaruit te trekken?

De conclusie die ik hierboven aanhaal is gebaseerd op een onderzoek van sociaalpsycholoog Daniel Batson en collega’s uit 1999. Het is beschreven in het boek Het morele brein. Evolutie, emoties en ethiek door T.S. Tyra (2013). De onderzoeksdeelnemers kregen de keuze om twee taken te verdelen tussen henzelf en een anonieme ander. De ene taak was positief. Bij de juiste uitvoering kon je een loterijticket krijgen waarmee je een prijs van 30.000 dollar kon winnen. De andere taak werd omschreven als saai en leverde niets op. De andere deelnemer aan het experiment werd verteld dat de taken willekeurig werden toegewezen. Als je jezelf de positieve taak gaf, dan wist de ander die een vervelende taak kreeg dat dus niet.

Ik vat de conclusie van Batsons onderzoek hier heel kort samen. Ongeveer 90% wees zichzelf de positieve taak toe. De 90% die zichzelf een positieve taak gaf zei naderhand dat ze hun keuze moreel onjuist vonden. Degenen die de ander de positieve taak toebedeelden vonden dat ze een moreel juiste keuze hadden gemaakt. Een variant van dit onderzoek was dat alle deelnemers de kans kregen om er een eerlijke keuze van te maken (kop/munt-methode), maar met de mogelijkheid tot valsspelen. Er werd elleboogruimte verschaft om de munt wel op te gooien, maar zichzelf sowieso de positieve taak te geven. 

Wat bleek is dat de deelnemers die vals speelden de kwaliteit van hun keuze hoger waardeerden dan degenen die bewust de positieve taak aan zichzelf gaven. Als we moreel kunnen lijken naar anderen én naar onszelf, zonder ons eigenbelang op te geven, dan kiezen negen van de tien mensen daarvoor. Dat kun je zien als bewijs voor het bestaan van morele hypocrisie.

Maar… wat ook bleek is dat het ophangen van een spiegel in de ruimte waar de deelnemers zich bevonden, het zelfbewustzijn vergrootte en daarmee het zelfbedrog bijna volledig verviel. Zelfbewustzijn vergroot het aantal momenten waarop we ons eigen gedrag vergelijken met een bepaalde standaard of ideaal, aldus Tyra. Dat brengt mogelijke inconsistenties aan het licht tussen wat we willen en wat we doen. We zijn in staat om te leven met een kloof tussen ons gedrag (vals spelen) en onze morele standaard (iedereen een gelijke kans geven op ‘de positieve taak’), zolang we ermee weg kunnen komen. Een spiegel maakt ons pijnlijk bewust van ons zelfbedrog. Of die grote conclusie uit dat onderzoek kan worden getrokken is de vraag. Laten we voor the sake of argument aannemen dat de conclusie over het effect van spiegels op zelfbedrog houdbaar is.

Om iets essentieels over het vakgebied van de ethiek te laten zien, leg ik je graag een perspectief voor van ethica Maureen Sie. Ik sluit aan bij haar artikel Wat bezielt ons? uit 2011. Naar aanleiding van het Batsononderzoek werpt Sie de vraag op: is het vereist om iedereen altijd evenveel kans te geven op positieve uitkomsten? Je zou kunnen denken, redeneert Sie: hoe verwerpelijk is het om jezelf in sommige gevallen een positieve taak te geven, zonder dat iemand dat merkt en zonder dat de ander daarmee groot kwaad wordt aangedaan? 

Wie het niet verwerpelijk vindt dat je niet altijd iedereen evenveel kans geeft op een positieve uitkomst, zolang je de ander er niet groots mee benadeelt, kijkt anders naar het onderzoek van Batson en collega’s, volgens Sie. Dan zie je bijvoorbeeld dat 10% van de deelnemers bereid is om niet te profiteren van de voordelige positie waarin ze zich bevinden. En dat die 10% naar bijna 100% schiet als ons morele zelfbeeld op het spel staat. De spiegel fungeerde misschien wel als ons geweten. Handelen in overeenstemming met onze eigen morele opvattingen of die van anderen die we respecteren, is ons veel waard. We zijn soms moreel hypocriet, maar corrigeren onszelf, zodra we onszelf niet langer voor de gek kunnen en willen houden.

Wat zegt het Batsononderzoek jou? Benadruk jij het bestaan van morele hypocrisie? Of benadruk je corrigerende mechanismes, zoals misschien wel spiegels…?

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres wordt niet weergegeven.