fbpx

Aanmelden Masterclasses

Meer info

Geloven wat je ziet

Geloven wat je ziet

Uit de kast komen over grenservaringen

Door Ingrid Schippers

Wanneer en waar vertel je over je grenservaringen? Gaat men je wel geloven? Gaan ze het gek vinden? Met een grote boog om je heen lopen? Over je praten? Ik heb lang gedacht dat ik ‘dat soort dingen’ maar beter voor mezelf kon houden.  Wanneer je een willekeurige groep mensen echter de vraag stelt of ze weleens iets buitengewoons hebben meegemaakt, ontdek je dat meer mensen dan je zou denken op de één of andere manier wel iets te vertellen hebben wat het rationele verklaringsvermogen te boven gaat.

De familie en vrienden rondom het gezin waarin ik werd geboren, hingen bijna uitsluitend een materialistisch en intellectueel wereldbeeld aan. Nou was het in de tijd van de wederopbouw met zijn snel uitdijende materialisme en spectaculaire nieuwe ontwikkelingen en uitvindingen, geen uitzondering dat de spiritualiteit geparkeerd werd. In mijn geboorteomgeving echter, ging de ongelovigheid ten aanzien van vreemde verschijnselen tussen hemel en aarde nog minstens één generatie verder terug, met aan mijn moeders kant een socialistisch/communistische stamboom en aan vaders kant technisch-academische wortels. Het feit dat uit die twee a-spirituele bloedlijnen een kind voortkwam met al pril ontwikkelde heldervoelendheid, mag op zich een wonder worden genoemd.

Verborgen spiritualiteit

Als kind al hield ik die spiritualiteit heel diep verborgen. Er waren in mijn directe buitenwereld immers geen geschikte sparringpartners bij ik wie ik met mijn vreemde ervaringen terecht kon.  Sterker nog: mijn vader had een pertinente aversie van religie en alles wat zich buiten de zicht-, tast-, meet- en weegbare werkelijkheid bevond. ‘Het geloof’ of zelfs de simpele veronderstelling dat er wel eens meer zou kunnen zijn tussen hemel en aarde, kreeg bij ons thuis geen voet aan de grond. In mijn tienertijd ging ik ondergronds en ik ging op zoek in bibliotheken en andere bronnen. Mijn vader was woedend toen hij erachter kwam dat ik kennis had gemaakt met iemand van een religieuze organisatie en verbood verder contact. Ik verdiepte me vervolgens in allerlei boeken over spiritualiteit en ‘andere realiteiten’ die in de jaren zeventig/tachtig hip waren om te lezen.

Ook ontketenden zich soms pittige dialogen tussen mijn vader en mij wanneer ik me afzette tegen zijn mathematische en wetenschappelijke wereldbeeld. Ik kan wel stellen dat mijn vader en ik in de 23 jaar die we samen doorbrachten op deze planeet (hij stierf jong toen hij 50 en ik 23 jaar oud was), in onze overtuigingen recht tegenover elkaar hebben gestaan. En dat terwijl ik mijn grenservaringen – waarvan ik toen nog niet wist dat die zo genoemd werden – ook voor mezelf zorgvuldig wegstopte in het vakje ‘onverklaarde gebeurtenissen’ en nooit met wie dan ook heb gedeeld. Onze strijd was een onuitgesproken strijd over wat toegestaan was binnen de ongeschreven regels en waarover je je mond diende te houden.

Witte halo

Deze conditionering maakte dat ik een grenservaring die ik kort na zijn dood had, jarenlang heb weggeredeneerd in de overtuiging dat ik de avond tevoren te veel gedronken had of door de schok van mijn vaders onverwachte overlijden aan het hallucineren was geslagen. Het heeft meer dan twintig jaar geduurd voordat ik de ervaring publiekelijk durfde te delen en zelf een beetje begon te geloven dat ik dat ook écht had meegemaakt. En nog steeds was het begrip ‘grenservaringen’ me onbekend.

Het gebeurde zo’n twee dagen na zijn sterven. Het was nacht. Ik droomde dat er inbrekers over het dak liepen, tot ik me realiseerde dat de zware voetstappen die ik hoorde geen voetstappen waren maar het geluid van mijn hart, bonzend in mijn borstkas. Geschrokken door dat ongehoord harde geluid werd ik wakker, deed mijn ogen open en zag – ik vind het nog steeds vreemd om te beschrijven – mijn vader in een witte halo naast mijn bed staan. Hij stond heel streng naar me te kijken. Nou had ik als kind wel eerder met andere mensen – en dieren ook overigens – ervaringen gehad op dat gebied, maar dat het uitgerekend mijn vader moest zijn, voor wie geen leven na de dood bestond en die heel stellig was geweest in die overtuiging, maakte het verbijsterend en ongeloofwaardig.

In de maanden daarna kwam mijn vader een aantal keer terug als medespeler in mijn dromen; waarin hij me vertelde over dingen die hij ‘nu’ en ‘hier’ geleerd had; zoals het feit dat onze wiskunde niet klopt – voor mijn vader was wiskunde een hobby – en dat het getal 7 geen 7 was, maar 7 komma zoveel.

Ook van die dromen heb ik nog lang gedacht dat mijn onderbewustzijn die zelf moest hebben gefabriceerd of dat het wensdromen waren. Jaren heeft het geduurd voordat ik de authenticiteit van de ervaringen kon accepteren en kon geloven wat en dat ik had gezien.

Grenservaringen

Hoewel ik al sinds mijn vroege tienertijd schrijf, heeft het nóg eens 15 jaar geduurd voordat ik mijn ervaringen op papier durfde te zetten. Dat moment kwam toen ik in 2018, na het overlijden van mijn moeder, de laatste der intellectuele Mohikanen, – het is wonderbaarlijk hoelang je als kind gehoorzaam blijft aan de cultuur waarin je geboren bent – daadwerkelijk met mijn zorgvuldig bewaarde spiritualiteit voor het voetlicht durfde te treden en instroomde in het derde jaar van de opleiding Geestelijk Begeleider aan de Academie voor Geesteswetenschappen. De allereerste module die ik daar in september 2018 mocht gaan volgen had als titel Grenservaringen.  Ik was heel benieuwd waar dat over zou gaan. De benaming deed me iets vermoeden, maar ik had er geen echt beeld bij.

Een wereld – waarvan ik al meer dan een halve eeuw wist dat die bestond – werd eindelijk ‘officieel’ voor me geopend.

 

Ingrid Schippers studeert Transpersoonlijke Counseling aan de Academie voor Geesteswetenschappen. In haar praktijk Energy Counseling combineert zij persoonlijke groei met energetisch lichaamswerk.