Gerdien Vrolijk, studiecoördinator Verlies-, Rouw- & Stervensbegeleiding
Verlies en rouw horen bij het leven. Verlies van gezondheid, werk, relaties, het leven zelf. Als we een dergelijk verlies als pijnlijk ervaren, ervaren we tegelijk rouw. En rouw kunnen we niet wegpoetsen met goedbedoelde opmerkingen als ‘je komt er wel overheen’ of ‘daar hebben we allemaal wel eens last van’. Rouw is er en mag er zijn. Rouw móet er soms ook zijn, om erger te voorkomen.
Wat kan helpen om rouw te doorleven is iemand die naar de rouwende wil luisteren, die hem of haar wil helpen tot inzichten te komen. Onze opleiding tot verlies-, rouw- en stervensbegeleider is erop gericht om jou je levenservaring en talenten zo te helpen ontwikkelen dat je die rol voor een rouwende kunt vervullen. We hebben daar een mooi lesprogramma voor samengesteld.
Hoe jij deze vorm van begeleiding persoonlijk en beroepsmatig gaat vormgeven na je studie hangt ook af van je specifieke competenties en je persoonlijke bestemming in dit leven. Als studiecoördinator bevraag en ondersteun ik je graag in dit bewustzijnsproces zodat je jezelf, vanuit je eigen levenservaring en biografie, kunt ontwikkelen tot de verlies-, rouw- en stervensbegeleider die jij wilt zijn.
Gerdien Vrolijk-Vrieling
Studiecoördinator en leertrajectbegeleider Verlies-, Rouw & Stervensbegeleiding
Beroepsopleiding VRSb
In deze beroepsopleiding werk je aan de ontwikkeling van je sociale, psychologische en begeleidende deskundigheid. Naast het verwerven van kennis die van belang is voor het begrijpen en begeleiden van verlies- en rouwprocessen besteed je aandacht aan het ontwikkelen van een gevoeligheid voor verborgen boodschappen en emoties. Ook medisch/ethische vragen en dilemma’s, bijvoorbeeld rond het levenseinde, en je plaats in het beroepenveld komen aan bod.
Aan het einde van de opleiding heb je:
- kennis van en inzicht in verschillende visies op het rouw- stervensproces;
- inzicht in je eigen visie op verlies en rouw én in je eigen gevoeligheden op dit gebied;
- kennis, inzicht en vaardigheid om gesprekken te voeren die aansluiten bij de cliënt, bij de opgave waar hij/zij voor staat;
- inzicht in maatschappelijke fenomenen die van invloed zijn op verlies- en rouw.
In de opleiding wordt gewerkt met ervaringsgericht leren: jouw levens-en werkervaring vormt een belangrijk inbreng. Dit ervaringsgericht leren krijgt vorm in praktijkgerichte en theoretische modules, die in een aantal leerlijnen zijn ondergebracht. Hieronder kun je lezen welke leerlijnen dat zijn, welke modules daarin gegeven worden en vind je een korte omschrijving van de inhoud van de modules.
Mocht je student bij ons worden dan krijg toegang tot de studentenomgeving. Daar staan de modules uitgebreider beschreven.
Rouw- en begeleidingstheorie
Rouwen vraagt veel tijd, energie en aandacht. Als een rouwproces goed verloopt, kan dit een diepe ervaring voor mensen betekenen. In een aantal modules krijgt de student kennis en inzicht in het verloop van het rouwproces in diverse situaties en verschillende religies en culturen en bij mensen in verschillende levensfasen. Daarnaast krijg je inzicht in sociologische aspecten van de verlieservaring door ook naar maatschappelijke contexten te kijken waarin de rouwende mens zich bevindt.
Modules jaar 1
- Rouwtheorie en Psycho-educatie
Deze module geeft inzicht in hoe er in de loop der jaren over verlies en rouw gedacht is en geeft een schat aan handvatten om als verlies-, rouw- en stervensbegeleider een goed en helpend gesprek te voeren.
- Sociologie van de verlieservaring
De wijze waarop we verbonden zijn mijn mensen uit onze omgeving is van grote invloed op hoe we een verlies ervaren. Vanuit verschillende (spirituele) invalshoeken wordt dit in deze module belicht.
- Rouw in gezinssituaties 1
In deze module leer je kind-kenmerken te signaleren en hoe kinderen en jongeren anders reageren op rouw en verlies in hun leven. Dit gezien vanuit de familiesystemen van herkomst.
- Rouw en ouderdom
Deze module belicht aspecten van verlies en rouw bij ouderen. Er zijn verschillende verliezen en generatie-gerelateerde rouw en daarmee ook verschillende soorten rouw bij ouderen en hun familie/naasten. Daarnaast verkennen we de complexe thematiek van ‘voltooid leven’ en visies op en omgaan met de dood.
- Westerse visies op verlies, rouw en sterven
Een ontdekkingsreis vanuit diverse westerse visies (Christendom, Jodendom en Islam) rond vragen als: Is de dood het einde van alles? Of gloort ergens eeuwig leven? En wat zegt (je visie op) de dood eigenlijk over (je visie op) het leven?
Modules jaar 2
- Niet-westerse visies op verlies, rouw en sterven
Ook hindoeïsme en boeddhisme hebben duizenden jaren ervaring in de omgang met deze vragen en er ook antwoorden op geformuleerd. Na een inleidend college over de belangrijkste relevante noties in hindoeïsme en boeddhisme, volgt een gastcollege van een expert uit elk van beide tradities. Dit wordt getoetst aan de eigen visie en ervaringen.
- Rouw in gezinssituaties 2
De theorie uit het eerste jaar wordt verdiept, zowel de theorie van het Duale proces als de verstoorde rouw (verliescirkel). Er wordt gewerkt met de gezinsdynamieken, waarbij extra aandacht wordt besteed aan o.a. verstoringen, waaronder zelfdoding en de impact van ziekte in het gezin.
Voor VR&SB relevante kennisvelden
Om vanuit verschillende perspectieven te kunnen duiden wat er in verlies-, rouw- en stervensprocessen gebeurt, krijgt de student ook kennis aangereikt over relevante vakgebieden als de psychologie en de medische wetenschap. Vanwege de morele vraagstukken die zich in de begeleiding zowel bij de cliënt als bij de begeleider zelf voor kunnen doen, wordt tevens aandacht besteed aan ethische reflectie en de relevantie daarvan voor het werk van een begeleider.
Modules jaar 1
- Psychologie van emoties
In deze module leer je de eigen emoties en die cliënten in een breder psychologisch kader te plaatsen vanuit verschillende perspectieven die de psychologie kent. Basis-emoties zoals angst, boosheid, verdriet en blijdschap, maar ook schuld, schaamte en spijt komen aan bod.
- Ethische reflectie
Vanuit de presentiebenadering, geworteld in de zorgethiek, kijken we naar hoe we vorm en inhoud kunnen geven aan begeleidingstrajecten. In deze module kijken we zowel naar maatschappelijke processen als naar wat zich in de zorgrelatie, daarmee dus zowel bij de cliënt als bij jou, kan afspelen.
Modules jaar 2
- Medische aspecten van het levenseinde
In deze module bespreken we verschijnselen die zich in de laatste levensfase voor kunnen doen. Er wordt kennis overgedragen rond cellen, weefsels, organen, microbiologie, afweer- en immuniteit, en oncologie voor zover die helpt deze verschijnselen te verklaren: wat gebeurt er medisch gezien bij iemand die gaat sterven.
- Kwesties rond de laatste levensfase
In deze module schetsen we een breed beeld over waar van belang kan zijn in de laatste levensfase en verhelderen we over vormen van levenseinde wat de wet zegt, hoe er maatschappelijk over gedacht wordt, wat er in het sociale systeem kan spelen en ethische overwegingen.
Begeleidingsvaardigheden
Voor een rouw- of stervensbegeleider is het belangrijk om vaardig te worden in het voeren van een ondersteunend gesprek. In beide jaren zoekt de student contacten met mensen die getroffen worden door een verliessituatie (bijvoorbeeld verlies van een dierbare, gezondheid of werk) of met terminale patiënten om gesprekken te voeren. Dit kan door bijvoorbeeld vrijwillige deelname aan een rouwgroep, door individuele contacten, of door vrijwilligerswerk in een hospice.
Gespreksverslagen worden besproken, vooral om de eigen rol in het gesprek en de werking daarvan voor de cliënt te doorgronden. In aparte modules komen de verschillende vormen en methodes van gespreksvoering aan de orde en wordt geleerd over en geoefend met creatieve vormen van gespreksvoering en energetische vaardigheden.
Jaar 1
- Verliesbegeleiding
Aan de hand van geluidsfragmenten of een fragment van een uitgeschreven gespreksverslag wordt met gebruik van intervisiemethodes, nagedacht over wat de werking kan zijn van wat je als begeleider zegt en vraagt. Hiermee leer je veel over jezelf als begeleider en kun je ontwikkelpunten formuleren.
- Gespreksvaardigheden
Kennis en inzichten uit eerdere modules wordt inspirerend en kritisch geanalyseerd en met elkaar in verband gebracht. Zo wordt ontdekt hoe dit gekoppeld kan worden aan de eigen ervaring en het leerproces naar menselijkheid en professionaliteit in begeleidingstrajecten.
- Creatieve gespreks- en werkvormen
Na deze module ben je in staat creatieve begeleidingsvormen, verbeeldingskracht, zelfreflectie, autobiografisch schrijven, praten “zonder woorden” te gebruiken. Je durft je eigen creativiteit en verbeeldingsvermogen in te zetten in rouw en verlies processen en verkrijgt meer bewustwording van je eigen stijl in het begeleiden.
Jaar 2
- Energetische vaardigheden: centeren en gronden
In deze korte module worden, vanuit een holistische mensvisie ondersteunende energetische oefeningen aangeboden: gronden, centeren, ontspanning, adem, meditatie en visualisatie. Deze oefeningen zijn bedoeld voor jou, als begeleider.
Zingeving en spiritualiteit
Studenten maken kennis met de biografie als ontwikkelingsweg om een ruimer inzicht te verkrijgen in het eigen waardepatroon, in de eigen levensloop, thematiek, kwaliteiten en valkuilen. De manier waarop wij tegen de dood aankijken, bepaalt vaak hoe wij leven (en andersom). Dit is van invloed op begeleidingsgesprekken en moet daarom onderzocht worden.
De vraag naar de verhouding tussen leven en dood speelt in alle spirituele, filosofische en religieuze tradities. De student maakt kennis met existentiële vragen die hoorbaar worden bij palliatieve zorg, met spirituele ervaringen die kunnen optreden bij rouw en rond het levenseinde en met ‘vernieuwd’ verkregen inzichten die daarbij mogelijk zijn. De waarde van rituelen, ritueelbegeleiding en persoonlijke uitvaartenbegeleiding hebben in deze leerlijn ook een plek.
Jaar 1
- Biografie als ontwikkelingsweg
Zowel algemene fragmenten als verliesfragmenten uit de eigen biografie worden beschreven/onderzocht en beluisterd. Er is aandacht voor de biografie als ontwikkelingsweg en voor de toepassing van de methodiek van het autobiografisch schrijven
Jaar 2
- Existentiële benadering bij palliatieve zorg
Aan bod komen de definitie, thema’s, kenmerken, dimensies en fasen en de bestaansgeschiedenis van palliatieve zorg. We ontwikkelen een visie rond de vraag ‘hoe kan stilstaan bij sterfelijkheid bijdragen aan verlichting van de laatste levensfase?’. Dit alles komt samen in een existentiële benadering binnen de palliatieve zorg.
- Rituelen
Rituelen kunnen een belangrijke functie vervullen in de (geestelijke) begeleiding van mensen. Dit vergt van de hulpverlener kennis van rituelen, empathie, intuïtie voor het onzegbare, verbeeldingskracht en durf. In deze module leert de student wat rituelen zijn en wat de voorwaarden zijn voor het toepassen van een ritueel.
- Grenservaringen bij verlies en rouw
Wat gebeurt er in de overgang van leven naar dood? Welke fysieke en spirituele fasen kunnen we herkennen?
Er wordt steeds meer gesproken over contactervaringen met het bewustzijn van overledenen, ook wel postmortale ervaringen geheten. Bevinden deze overledenen zich in een andere, onzichtbare werkelijkheid? Of bevinden ze zich in een dimensie die het best omschreven wordt als een andere manier van verder leven?
- Uitvaart
Wat moet iemand die als deskundige betrokken wordt bij de dood van een medemens weten en doen met het oog op de uitvaart? Omdat we al zo’n dertig jaar in tijden leven dat mensen het zelf mogen zeggen, luistert het nauw om met alle diversiteit en gelaagdheid in mensen van iemand die gestorven is, afscheid te nemen.
Beroepsontwikkeling
Om mensen goed te kunnen begeleiden bij het stervensproces en/ of rouwverwerking is van belang naast zelfkennis ook vaardigheden te ontwikkelen om zelfkennis goed in te zetten. Bij persoonlijke beroepsvorming gaat het over het toepassen van kennis vanuit de theoretische vakken in praktijksituaties en het beter begrijpen en kunnen hanteren van eigen innerlijke processen. Er is daarom veel aandacht voor zelfreflectie in relatie tot het omgaan met hulpvragers en er wordt gewerkt met casussen die door de student worden ingebracht.
De student verdiept zich in het eigen functioneren en het verder ontwikkelen van de persoonlijke en professionele identiteit. Daarnaast krijgt de student inzicht in de organisatie van de zorg in Nederland en de samenhang tussen reguliere en complementaire zorg. De student wordt gevraagd hierbij te kijken en te reflecteren op de eigen positie als hulpverlener en op die van de cliënt.
Jaar 1
- Leertrajectbegeleiding
Je brengt onder woorden wat je wilt leren en wat voor jouw leerproces uitdagingen zijn. Je gaat dan vorm geven aan persoonlijke groei, ontwikkeling en vaardigheden die relevant zijn voor het werkveld.
- Ethische reflectie
Vanuit de presentiebenadering, geworteld in de zorgethiek, kijken we naar hoe we vorm en inhoud kunnen geven aan begeleidingstrajecten. In deze module kijken we zowel naar maatschappelijke processen als naar wat zich in de zorgrelatie, daarmee dus zowel bij de cliënt als bij jou, kan afspelen.
Jaar 2
- Persoonlijke beroepsvorming
Als Verlies-, rouw- en stervensbegeleider ben je je eigen instrument. De wijze van toepassing van kennis en vaardigheden wordt grotendeels bepaald door hoe je je persoonlijk ontwikkelt/ontwikkeld hebt. Die ontwikkeling blijven we stimuleren door te reflecteren op een persoonlijke thema’s die in begeleidingssituaties de kop opsteken.
- Organisatie van de zorg en beroepsprofiel
Deze module gaat over de organisatie van de zorg in Nederland. Ontstaan en karakteristieken van de diverse beroepsgroepen komen daarbij aan de orde. Vervolgens wordt de sociale zorgkaart bestudeerd, alsmede de erkenning en financieringsmogelijkheden voor de verschillende beroepen en instituties in het Nederlandse zorgstelsel.
Studiebegeleiding
Opnieuw een studie oppakken naast je baan, vrijwilligerswerk en/of je gezin vraagt om een goede inpassing in een werkweek. Vanuit de Academie voor Geesteswetenschappen krijg je daarbij ondersteuning.
Iedere opleiding heeft een eigen studiecoördinator die een luisterend aanspreekpunt is voor studiegerelateerde vragen. Naast de inhoudelijke modules is er in basisopleidingen ruime aandacht voor studie- en leertrajectbegeleiding.
De studiecoördinatoren begeleiden je samen met andere docenten in het studeren en de persoonlijke en professionele ontwikkeling die daardoor ontstaat. In de beroepsgerichte opleidingen wordt naast de inhoudelijke modules de benodigde tijd ingeruimd voor leertrajectbegeleiding, supervisie, intervisie, stage en stagebegeleiding. Een eindwerkstuk of scriptie vormt de afronding van je opleiding.
Beroepsopleiding Geestelijk Begeleider (2 jaar)
Je kunt ervoor kiezen om je studie Verlies-, Rouw- & Stervensbegeleiding aan te vullen met de beroepsopleiding tot Geestelijk Begeleider. Als Geestelijk Begeleider verleen je hulp rond levensvragen, levensproblemen en zingeving. Een Geestelijk Begeleider gaat uit van de eigen individuele levensloop van mensen en het verhaal dat zij daarover vertellen. Vanuit de interactie tussen het levensverhaal en de kijk op het leven van de cliënt verken en onderzoek je nieuwe zinbeleving en geef je deze vorm.
Bekijk de opleiding
Studieopzet en tentamens
Op de Academie volg je een modulair onderwijsaanbod van steeds vier avonden of vijf zaterdagen met hoor- en werkcolleges over één onderwerp. Daarnaast wordt de nodige thuisstudie van je gevraagd. Thuisstudie is een belangrijk onderdeel van het leerproces en van het maken van tentamens.
Alle modules worden afgesloten met een tentamen, meestal in de vorm van een take-home tentamen. Een take-home tentamen is een persoonlijke verwerking van de lesstof. Tijdens dit gedeelte van het leerproces kan het behulpzaam zijn om met een medestudent van gedachten te wisselen over de inhoud van je tentamen. Deze vorm van uitwisseling stimuleert het wederzijdse leren. Ook maak je jaarlijks een portfolio als afronding van de studie- of leertrajectbegeleiding.
In de regel krijg je zes weken de tijd om een tentamen te maken. De docent krijgt ook zes weken de tijd om tentamens na te kijken. Tentamens zijn tien jaar geldig.
Studieklimaat
Het studieklimaat binnen de Academie kenmerkt zich door een respectvolle openheid en dialoog en is een afspiegeling van het onderwijs dat niet aan één religie of levensbeschouwing gebonden is. Ons studieklimaat wordt eerder gekenmerkt door een onderzoekende houding dan het vinden van onvoorwaardelijke antwoorden op de grote vragen van het leven. Studenten leren niet alleen van de docent maar ook van medestudenten. Door met een open hart van én met elkaar te leren, ontstaan er hechte jaargroepen met studenten die elkaar ondersteunen en verrijken tijdens de opleiding. Veel studenten ervaren de onderlinge verbinding als thuiskomen bij gelijkgestemden.
De Academie heeft een protocol voor grensoverschrijdend gedrag en een externe vertrouwenspersoon.
Erkenning en accreditaties
Naast de accreditering van het SKB – Stichting Keurmerk Beroepsscholingen wordt de opleiding Verlies-, Rouw- & Stervensbegeleiding geaccrediteerd als nascholing voor PE-punten door de volgende beroepsverenigingen:
Het Kwaliteitsregister merkt de opleiding Verlies-, Rouw- & Stervensbegeleiding als geaccrediteerde deskundigheidsbevordering aan voor:
-
- cliëntondersteuners
- maatschappelijk werkers
- sociaal werkers