Blog van Academiestudent Eva Folkersma
Momenten gegrepen uit het dagelijks leven van Eva Folkersma, waarmee ze wil laten zien dat je situaties van rouw en verlies niet op hoeft te zoeken: “Ze komen vanzelf bij je, zijn om je heen. Kijken met de ogen van je hart en luisteren met de oren van de liefde, is alles wat je nodig hebt om het op te merken.”
Soms denk ik weleens dat de collega’s het ruiken als ik weer eens een dag op kantoor ben. Ik weet niet wat het is, maar de deur van mijn werkkamer wordt regelmatig platgelopen als ik er ben. Als ik geen afspraken heb, maak ik graag even tijd voor wie komt binnenwandelen. Vaak is het ook niet zomaar voor een praatje pot. Steeds meer collega’s hebben weet van mijn studie en ze hebben allemaal een verhaal. Een verhaal dat verteld wil worden, dat gehoord wil worden.
Aan het einde van de morgen loopt een collega mijn kamer binnen. Officieel komt hij met een personeelsvraagstuk, maar dat dient slecht als vehikel voor waar hij het echt over wil hebben. Dat weten we allebei. Drie weken geleden was het een jaar geleden dat zijn geliefde is overleden na een kort en heftig ziekbed. Hij heeft een paar slechte weken achter de rug en ik zie het aan zijn gezicht.
“Ik dacht dat het na een jaar wel beter zou gaan, maar het wordt alleen maar erger.” Is zijn vermoeide conclusie, nadat hij verteld heeft hoe hij de afgelopen weken is doorgekomen. Hij had gedacht en vooral gehoopt dat hij na een jaar alles wel weer op de rit zou hebben en weer door zou kunnen. “Zo werkt het dus helemaal niet en het valt me vies tegen. Je kunt van alles regelen en organiseren en de boel op de rit houden. Maar er is niks, maar dan ook echt helemaal niks dat het gat kan vullen. Dat gat is nog steeds zo donker en afschuwelijk als een jaar geleden. Ze komt nooit meer terug en dat begin ik nu pas echt te beseffen. Daar moet ik het mee uit zien te houden, maar hoe dan?”
“Ja man,” denk ik, “hier draait het nu precies om en er is niemand die je echt kan vertellen hoe dat moet.” Ik hou mijn mond, elk woord is hier teveel. In de stilte die ontstaat, krijgen tranen de ruimte; heel even.
Dan vervolgt hij zacht: “Weet je, ik heb uit alle macht geprobeerd om de controle te houden, maar hoe harder ik dat probeer, hoe minder het lukt. Denk je dat het ooit beter wordt?” Zorgvuldig kies ik mijn woorden: “De meeste mensen ervaren met het verloop van de tijd dat het – met vallen en opstaan – wel beter gaat en vinden een manier om ermee te kunnen leven. Dat is volgens mij ook precies waar jij het afgelopen jaar keihard aan gewerkt hebt: ermee leven. Je hebt je gezin op de rit gehouden, bent weer aan het werk gegaan en alles wat er moest gebeuren heb je aangepakt. Dit jaar heb je overleefd en dat is je meer dan goed gelukt.
Verbaasd kijk hij me aan: “Als je het zo bekijkt… Wil je daarmee zeggen dat je denkt dat het me morgen ook wel lukt, als ik het tot en met vandaag heb volgehouden?” Ik knik: “Dat denk ik, ja.” Dat brengt hem letterlijk in beweging: “Hier laat ik het ff bij, oké? Er ligt nog veel werk, dus ik moet er vandoor. Ik zoek je wel weer eens op. Dankjewel.” En weg is hij.
Op mijn beeldscherm staat een half afgeschreven memo voor de crisisorganisatie. De crisis moet maar even wachten, eerst koffie.
Eva telt 41 winters, werkt als Adviseur HRM voor drie kleine gemeenten in het Gooi, probeert dagelijks overzicht te scheppen in de chaos van een mannenhuishouden en is tweedejaarsstudent Verlies-, Rouw- & Stervensbegeleiding aan de Academie voor Geesteswetenschappen.
Mooi Eva!