“Die beslissing blijft knagen”, verzucht Jeroen. Hij werkt als geestelijk begeleider in een verpleeghuis waar dit voorjaar verschillende bewoners aan corona zijn overleden. In deze periode spreekt Jeroen een oudere bewoonster die onrustig is van het opgesloten zitten en laat weten dolgraag naar buiten te willen. In haar herkent Jeroen zijn eigen vrijheidsdrang. Ondanks het ‘gesloten-deur-beleid’ van het verpleeghuis is de voordeur gewoon open, een verpleeghuis is immers geen gevangenis. Enkele bewoners van het verpleeghuis weten dit en maken dagelijks hun ommetje.
Gevangen tussen zijn empathie, zich te willen houden aan het beleid van het verpleeghuis, de behoefte van de bewoonster en zijn eigen geweten staat Jeroen voor de keuze: vertelt hij deze mevrouw dat de deur gewoon open is? De beslissing valt in fractie van een seconde: hij zwijgt.
Voors en tegens
Recentelijk hebben wij, studenten van de opleiding Geestelijk Begeleider, geleerd hoe een geestelijk begeleider morele kwesties in de organisatie waarvoor hij werkt bespreekbaar kan maken. Als niet-betrokken gespreksleider dan wel te verstaan. Maar wat als je als geestelijk begeleider nu zelf met zo’n gewetensvraag rondloopt?
Met drie andere studenten ben ik vanavond een klankbord voor Jeroen. We doen enkele pogingen om de gewetensvraag van Jeroen treffend te verwoorden: “behoor ik het beleid van het verpleeghuis te volgen?”, “mag ik eerlijk zijn?”, “moet ik recht doen aan mijzelf?” of “moet ik mijn mond houden?”. De laatste vraag resoneert bij Jeroen nog steeds het meeste.
In de les zetten we de voors en tegens van deze gewetensvraag op een rij. Zwijgen heeft voordelen: ‘je volgt immers het beleid van het verpleeghuis’ en ‘je bent geen mogelijke oorzaak van nieuwe coronabesmettingen’. Er komen ook tegens: ‘je mag een ander niet in een illusie laten leven’. En ook: ‘je verloochent een deel van jezelf’.
Jeroen neemt een stift en markeert op het whiteboard de voors en tegens die voor hem belangrijk zijn. We vragen aan Jeroen wat hij nu zou antwoorden. Hij antwoordt: “Ik realiseer me dat ik door te zwijgen deze mevrouw levensplezier heb ontnomen. Ik wil het echter niet op mijn geweten hebben de oorzaak te zijn van een nieuwe golf van coronabesmettingen doordat zij, en met haar nog anderen, naar buiten zou zijn gegaan.”
Jeroens antwoord op zijn morele vraag ‘Moet ik mijn mond houden?’ is nog dus steeds ja. Zijn knagende gevoel dat hij wellicht uit eigenbelang heeft gezwegen zwakt iets af. Hij beseft dat hij ervoor heeft gekozen om geen onomkeerbaar proces van mogelijke coronabesmettingen in gang te zetten. Dat geeft hem meer rust.
Maar het maakt mij juist onrustig. Als geestelijk begeleider neem je altijd jezelf mee en dat leidt onherroepelijk tot dit soort gewetensvragen. Studeren is voor mij ook voelen of ik ‘tot geestelijk begeleider werkend in de zorg wordt geroepen’.
Ik ben daar nog niet over uit.
De naam van Jeroen is vanwege privacy redenen veranderd.
Over Ellen van Son
Ellen van Son is als directeur van de Academie voor Geesteswetenschappen tot haar eigen verrassing weer in de schoolbanken terecht gekomen. En wel in die van de terugkomklas voor de beroepsopleiding van Geestelijk Begeleider, onlangs erkend door Stichting Kwaliteitsregister Geestelijke Verzorgers (SKGV). Oud-studenten komen dit studiejaar terug om via een op maat gemaakt onderwijsprogramma alsnog dit erkende diploma te halen.
Wil je weten hoe het Ellen in de opleiding vergaat? De blog die ze bijhoudt over het werk van een geestelijk begeleider en vooral ook over wat de opleiding persoonlijk met haar doet, vind je vanaf nu op onze website.
Een heel herkenbaar dilemma waar Jeroen mee worstelt. Eerlijk gezegd zou ik van Jeroen eerst wel meer willen weten over deze mevrouw. Ik kan uit de beschrijving van Ellen niet opmaken dat er verder over haar gesproken is. Kan zij zelf nog nadenken over kwesties als deze? Is zijn relatie met mevrouw zodanig dat hij met haar het gesprek kan voeren? Het doet niet alleen de relatie goed dit in gesprek te brengen, het geeft ook aan dat mevrouw zich gehoord voelt, dat haar vraag serieus genomen wordt, ook al komen ze wellicht niet uit op een antwoord dat haar welgevallig is. Maar wellicht kan ze met bepaalde afspraken toch even naar buiten. Het zou ook Jeroen goed kunnen doen samen met haar naar een antwoord te zoeken. In de zorgethiek noemen we dit relationeel zorgverlenen.