Blog van Academie-student Eva Folkersma
Momenten gegrepen uit het dagelijks leven van Eva Folkersma, waarmee ze wil laten zien dat je situaties van rouw en verlies niet op hoeft te zoeken: “Ze komen vanzelf bij je, zijn om je heen. Kijken met de ogen van je hart en luisteren met de oren van de liefde, is alles wat je nodig hebt om het op te merken.”
De allereerste lentedag van dit jaar was al in de 3e week van februari. Vanuit het niets liep de tuintemperatuur op tot boven de 15 graden. Reden voor mij om me op mijn vrije woensdagmiddag met een studieboek op de tuinbank voor mijn huis te installeren. Kop koffie binnen handbereik en de zon op mijn gezicht; heerlijk. Ik zit er nog maar net als de voordeur een paar huizen verderop opengaat. De buurman doet een stap naar buiten en kijkt opzij. ‘Ha buurvrouw, da’s nog eens genieten zeg!’ Ik grijp direct de buitenkans aan die zich voordoet om hem even te spreken. Ik weet dat de buurvrouw niet meer thuis woont omdat het niet meer ging. Buurman ontloopt het contact een beetje. ‘Zes weken geleden is ze verkast naar het verzorgingshuis, maar ik wil er niet over praten,’ antwoordt hij op mijn vraag hoe het nu is. Ik zeg niks, maar ik blijf wel staan.
Buurman maakt zijn brievenbus open en haalt de post eruit. De bovenste brief op de stapel komt van de gemeente; ik herken het logo van het WMO-loket. ‘Ze doen echt hun best hoor, die WMO-mensen. Ze zijn heel behulpzaam, maar je hebt werkelijk geen idee in welke wereld je terechtgekomen bent, en waar je heen moet weet je al helemaal niet. Je weet eigenlijk maar een ding…’ ‘Dat je niet wilt zijn waar je bent,’ vul ik aan. De buurman knikt driftig: ‘Precies.’
Er valt een kaartje uit de stapel post. De buurman raapt het met een diepe zucht op. ‘Ook zoiets, die kaarten met de meest vreselijke teksten van medeleven waar je echt niet op zit te wachten. Dat je denkt: wat moet ik ermee! Ik weet heus wel dat ze het echt goed bedoelen, maar ik kan het gewoon niet uitstaan dat een ander voor mij denkt te weten wat ik nodig heb. Ik weet dat zelf niet eens!’ ‘Leve de open haard,’ flap ik eruit. De buurman kijkt kwajongensachtig over het randje van zijn bril en schiet in de lach: ‘Jij durft!’ Ja, ik durf wel; soms zelfs iets te goed.
Buurman vervolgt zijn verhaal: ‘In mijn werkzame leven heb ik zoveel verhalen gehoord van anderen en ik ben echt niet de enige die in zo’n situatie is beland. Het is alleen wel zo dat iedereen daarin z’n eigen weg moet zoeken en niemand van tevoren kan bedenken hoe het zal zijn. Je weet het pas echt als je er zelf in zit, snap je? Uiteindelijk moet je zelf uitvinden wat voor jou werkt en waar je wel en niet wat aan hebt. Maar ik red me wel buurvrouw. Ik red me wel.’ Hij recht zijn rug bij die laatste woorden. ‘Je redt het zeker wel, alleen betekent dat nog niet persé dat je alles alleen hoeft te doen.’ De Buurman knikt. ‘Ik ga zo naar haar toe en ik zal haar de groeten van je doen. Dankjewel dat je me even aan wilde horen.’ Dan wijst hij naar de Blauwe Regen tegen de voorgevel van het huis: ‘Kijk die knoppen. De natuur houdt nergens rekening mee, over een paar weken bloeit ze weer en ook dit jaar wordt het gewoon lente. En dat is, ondanks alles, toch maar goed ook. Dat geeft me houvast. Nou, aju.’
Eva telt 41 winters, werkt als Adviseur HRM voor drie kleine gemeenten in het Gooi, probeert dagelijks overzicht te scheppen in de chaos van een mannenhuishouden en is tweedejaarsstudent verlies-, rouw- en stervensbegeleiding aan de Academie voor Geesteswetenschappen.
Lieve Eva
Zo herkenbaar het is vreselijk als je je man vrouw naar een verpleeghuis moet brengen.
En dan ook nog tegen je zeggen.
Hij wordt goed verzorgd waar heb je het over nu kan je je eigen leven weer oppakken.
Net als die buurman zegt iedereen vult het voor je in.
Je wilt je geliefde thuis hebben
Je hoort bij elkaar tot de dood je scheid.
Je houd het jaren vol en dan toch kunnen ze niet meer thuis zijn één groot verdriet.
Lieve groet Aad.
Lieve lieve Aad,
Een dikke, dikke kus voor jou.
XX
Eva.