“Dan help ik je gewoon!” Tijdens mijn dagelijkse middagwandeling klinkt ineens een jongensstem achter mij. Ik kijk achterom om te zien wie dit zegt. Een jongen van ongeveer tien jaar fietst mij voorbij, naast hem peddelt een klein meisje van rond de vijf op een opzichtig roze fiets. Ze moet extra hard trappen om hem met haar kleine wieltjes bij te houden. Het woord ‘gewoon’ raakt me en ik ben benieuwd waarmee hij haar dan gaat helpen.
Door de woorden van de jongen moet ik terugdenken aan de eerste collegeavond van de module Mystagogie van Petra Galama. Wie zijn wij als mens? Catherina Visser verwoordt op grootse wijze een antwoord in haar boek Het vreemde van leven en sterven als zij schrijft dat bij het nadenken over deze vraag het heelal van onze geest zich opent: “Met de geest kunnen we steeds ruime gebieden van kennis in onszelf blootleggen, maar er is een grens.” Ze vervolgt: “En dan treffen wij in onszelf dat vreemde gebied aan dat wij onze ziel noemen, een duistere diepzee onder ons denken en voelen, onverklaarbaar, niet te traceren, en toch het wezen waaruit wij leven.” Het is een mysterie. ‘Het onbekende eigene’ zoals Petra dat noemt.
Hoe kun je dat mysterie in iemand naar boven laten borrelen? Daar gaat het in deze module om. Petra reikt ons de eerste collegeavond twee manieren aan. We lezen een tekst van de Joodse filosoof Martin Buber, die met ‘ieder mens draagt iets kostbaars in zich’ ook naar woorden zoekt om dit mysterie uit te drukken. Bij het herlezen ervan krijgen we de opdracht om ons te laten raken door een woord of een gedeelte van de tekst. En dat gebeurt zéker. De eerste zin is meteen al raak: “Alle mensen hebben toegang tot God, maar ieder heeft een andere.” Het emotioneert me, hoewel ik niet kan beredeneren waarom.
Vervolgens laat Petra ons in gesprek met een medestudent ervaren hoe je het mysterie bij de ander tevoorschijn kan luisteren. Ze is stil, innerlijk verstild, en luistert. Vanuit deze stilte, die zij vergelijkt met een rimpelloos wateroppervlak, ontstaat er op enig moment een rimpeling: het onbekende eigene van de medestudent borrelt naar boven en beroert het wateroppervlak. Het is een helend gesprek waarvan ik getuige mag zijn.
Ik wandel nieuwsgierig de hoek om, richting de steile brug. Bovenop de brug zie ik ze weer staan. De jongen kijkt toe hoe het meisje op haar roze fietsje met haar benen in de lucht de andere kant van de brug afvliegt. ‘Joehoeoe!’ roept ze uitgelaten. Ineens weet ik waarom het woord ‘gewoon’ mij raakte. De tienjarige jongen tovert met dat ene woord een onvermoede mogelijkheid, het onbekende eigene, in het kleine meisje tevoorschijn. Ik besef me dat mystagogie misschien wel veel gewoner en alledaagser is dan het woord doet vermoeden.
Hoe kunnen we elkaar wat vaker ‘gewoon’ helpen om toegang tot dat onbekende eigene, dat Buber teder verwoordt als God, te vinden?
Over Ellen van Son
Ellen van Son is als directeur van de Academie voor Geesteswetenschappen tot haar eigen verrassing weer in de schoolbanken terecht gekomen. En wel in die van de terugkomklas voor de beroepsopleiding van Geestelijk Begeleider, onlangs erkend door Stichting Kwaliteitsregister Geestelijke Verzorgers (SKGV). Oud-studenten komen dit studiejaar terug om via een op maat gemaakt onderwijsprogramma alsnog dit erkende diploma te halen.
Wil je weten hoe het Ellen in de opleiding vergaat? De blog die ze bijhoudt over het werk van een geestelijk begeleider en vooral ook over wat de opleiding persoonlijk met haar doet, vind je hier.
Wat een ontroeren geschreven verhaal over het kleine in het grote en vice versa.
Het raakt me aan in de diepten van mijn eigen levenswijsheid. Een herinnering borrelt omhoog uit een donkere depressieve periode in mijn leven waarin uit “het heelal van de geest” de wijsheid die erin en eronder verscholen lag aan mij getoond werd en ik een andere keuze maakte in mijn leven. Een levensveranderende gebeurtenis.
Dank voor het delen 🙏
Hoi Ellen
Wat mooi, je nam me mee in je verhaal en het was even stil in mij
Mooi hoe het woordje “gewoon” zo dichtbij mag zijn, ook in een thema wat soms wat verder weg lijkt te zijn.
Hartelijke groet
Tineke