After Life: ‘Was ik uiteindelijk daartoe op aarde?’
Utrecht – 21 januari. Als je één allermeest dierbare ervaring mocht meenemen naar het hiernamaals – waarmee je het daar dan ook moet doen – welke ervaring zou je dan meenemen? Met deze vraag uit de wonderlijke film After Life, van Hirokazu Koreeda, met als ondertitel: ‘Was ik uiteindelijk daartoe op aarde?’, begint de eerste bijeenkomst met Tjeu van den Berk. Hij legt het numineuze uit als iets wat onuitsprekelijk totaal anders is. Het begrip ‘numineus’ is bedacht door godsdienstwetenschapper Rudolf Otto. Hij bedoelt daarmee de ervaring die zich ‘door haar diepte onttrekt aan een verstandelijke verklaring en die dus niet op een vertrouwde, heldere manier is te definiëren’. Numineuze ervaringen worden vooral gemeld uit de kindertijd en vaak zijn het ervaringen in de natuur. Ze blijken veelal een enorme invloed te hebben op het verdere leven.
After life
Van den Berk geeft verschillende voorbeelden uit de film, maar ook van schrijvers als Harry Mulisch en Godfried Bomans. Een van de ervaringen uit de film is die van een prostituee die samen met een van haar klanten geen seks heeft, maar samen in stilte over het water kijken. De filmploeg van After Life ontdekt later dat ze die plek niet kunnen vinden. De plek blijkt niet te bestaan, maar de verbeelding van de prostituee blijkt zo intens beleefd dat het voor haar een echte en diepe numineuze ervaring is geworden die haar verdere leven bepaalt.
Anders dan de ‘ik-ervaring’
De numineuze ervaring voelt als kosmisch, opgenomen in het geheel, in tegenstelling tot de sterk individuele ‘ik-ervaring’. Deze laatste is een volstrekt andere, zo legt Van den Berk uit. Als voorbeeld geeft hij de ervaring van een vierjarige die boven aan de trap naar zijn moeder kijkt die beneden staat. Plotseling wordt hij er zich bewust van dat hij een ‘ik’ is, een eigen identiteit heeft, iemand ís. Hij treedt buiten zijn omgeving, grenst zich af. Het voelt als bevrijding.
Het numineuze
Als leidraad van deze avond en de drie komende gebruikt Van den Berk zijn boek Het numineuze. Hij declameert er verhalen uit en leest op aanstekelijke wijze prachtige passages van onder meer Mulisch en Bomans. Ook zij blijken in hun kindertijd in de natuur numineuze ervaringen te hebben beleefd, met een verstrekkend gevolg voor hun verdere leven. Mulisch beschreef zijn numineuze ervaring als in de natuur als ‘de heilige vijver’. Zo’n ervaring raakt je echt, is vrijwel niet na te vertellen, staat los van alles, ontstijgt ruimte en tijd, terwijl het wel in ruimte en tijd plaatsvindt.
Heerlijk nietsdoen
De numineuze ervaring is geen religieuze, maar eerder een kosmische en geeft een sterk gevoel van verbondenheid. Het gebeurt op stille momenten, terwijl je bijvoorbeeld in het gras ligt te luisteren naar veldleeuweriken. ‘Dat doen we nauwelijks meer in onze tijd,’ zegt Van den Berk. ‘Kinderen móeten tegenwoordig van alles en worden continu van de ene sportclub naar de andere vioolles gebracht. Waar is het heerlijk nietsdoen en de stilte dat tot numineuze ervaringen leidt?’
Paul Delfgaauw
Beeld: Detail van het boek Het Numineuze