Met een sterk gevoel van verantwoordelijkheid en een open vizier stel ik me aan jullie voor: per augustus start ik als directeur van de Academie voor Geesteswetenschappen. Ik voel me dankbaar en gemotiveerd om aan te sluiten bij een gemeenschap die in 2017 uit eigen kracht en overtuiging is opgericht – gedragen door mensen met visie, moed en betrokkenheid. De academie vond toen haar bestaansrecht – niet door af te wachten, maar door in beweging te komen. Juist dat ondernemende begin, geworteld in waarden, raakt voor mij aan de kern van wat geesteswetenschappen, zeker vandaag de dag, kunnen betekenen.
We leven in een tijd waarin informatie ons overspoelt en soms onwaar is, systemen knellen en zorg steeds vaker wordt geprotocolleerd of zelfs gerobotiseerd. Tegelijk worden mensen geconfronteerd met existentiële vragen waarvoor geen technische oplossing bestaat: wie ben ik, en hoe blijf ik mens te midden van alles wat schuurt, versnelt en vervreemdt?
Juist in die werkelijkheid biedt de AvG iets zeldzaams en waardevols: grond onder de voeten. Niet alleen voor studenten zelf, maar ook voor de beroepspraktijken waarin zij hun plek innemen, en voor een samenleving die méér dan ooit behoefte heeft aan mensen die kunnen luisteren, duiden en verbinden.
De komende jaren zal ik op dat fundament verder bouwen:
- Door de ruggengraat van de organisatie te versterken met duidelijke structuren en digitale ondersteuning.
- Door onze communicatie te verhelderen en onze uitstraling te laten resoneren bij wie ons zoekt.
- Door onze opleidingen, samen met het team en in samenwerkingen, zó te vormen dat studenten zich kunnen ontwikkelen: persoonlijk, professioneel én maatschappelijk.
- En vooral: door onze plek in de samenleving verder te verankeren, opdat we mensen sterken in het vinden van richting, houvast en verbondenheid – in een tijd waarin dat alles niet vanzelfsprekend is.
Je brengt verbinding, geworteld in wijsheid en moed, precies op de plekken waar dat meer dan ooit nodig is.
Ik zie uit naar ons ontmoeten en samenwerken.
Jeanette A.M. Krijnen